Abstract
Wanneer wij het leidend motief in Dooyeweerds systematisch-wijsgerig werk proberen te ontdekken, stuiten wij op het beginsel van de soevereiniteit in eigen kring. Het is bekend, dat G. Groen van Prinsterer als eerste de term ‘soevereiniteit in eigen kring of, juister, ‘soevereiniteit in eigen sfeer’ heeft gebruikt. Hij wilde daarmede in het bijzonder de onderlinge onafhankelijkheid van kerk en staat aanduiden. A. Kuyper heeft deze term van Groen overgenomen. Deze kreeg bij hem echter een veel bredere, kosmische betekenis. Zo sprak hij van de gebieden van de natuur, het persoonlijk leven, het huisgezin, de wetenschap, de kerk, het denken, het geweten, het geloof, waarvoor God, de soevereine Schepper, Zijn wetten heeft gesteld en welke alle staan onder eigen ‘overhoogheid’. Hij heeft echter soevereiniteit in eigen kring als beginsel, zij het meer intuïtief dan systematisch, vooral ontwikkeld in zijn beschouwingen over de menselijke samenleving