Waarom moeten we bang zijn voor kitsch?
Nexus 47 (
2007)
Copy
BIBTEX
Abstract
In deze beschouwing ordent Karsten Harries zijn gedachten over het fenomeen ‘kitsch’. Hij gaat daarbij uit van de vraag of kitsch eigenlijk wel zo afkeurenswaardig is. Of hoort ze bij de menselijke natuur en haar hang naar romantiek en nostalgie? We kwalificeren iets als kitsch als we denken dat het voortkomt uit onoprechtheid en getuigt van slechte smaak. Maar is de nostalgie, het dromerige of stichtelijke van kitsch niet beter dan postmoderne ironie of moedeloosheid? Daar staat tegenover dat kitsch onder het mom van authenticiteit de werkelijkheid afbeeldt, maar deze feitelijk met zijn leugens aan het zicht onttrekt. Iets dergelijks geldt ook voor kitsch en religie: niet langer tracht het kunstwerk een werkelijkheid uit te beelden die ons voorstellingsvermogen te boven gaat, maar het wordt in de plaats van die werkelijkheid gesteld. In de politiek kan eenzelfde esthetisering de werkelijkheid een schijn van betekenis geven die mensen blind maakt voor de menselijkheid van hun medemensen. Niet kitsch, maar alleen het ‘aura’ van kunst kan en moet ons ontvankelijk maken voor deze werkelijkheid, die uitstijgt boven wat de rede kan bevatten.