Geldkunst: de komedie van het verzilveren
Abstract
De kunstenaar J.S.G. Boggs tekende zijn eigen geld en probeerde dit uit te geven. Hierbij hield hij zich aan enkele regels. Hij schreef zichzelf voor dat hij zijn tekeningen niet mocht verkopen en alleen kon uitgeven in transacties. Boggs vroeg mensen of zij zijn Boggs-biljetten accepteerden voor de nominale waarde die hij er zelf op had getekend. Dit betekende ook dat hij in ruil niet alleen de waren wilde maar ook het wisselgeld en het bonnetje. Hoewel het aanbod vaak werd afgewezen, lukte het hem bijvoorbeeld om een hamburger van drie dollar te kopen met een Boggs-biljet van duizend dollar. Naast de hamburger kreeg hij het bonnetje en het wisselgeld. Zo slaagde hij erin om miljoenen ‘dollars’ uit te geven.