Het probleem van het universele en individuele: realisme, nominalisme, Wittgenstein en de wijsbegeerte der wetsidee

Philosophia Reformata 59 (1):26-57 (1994)
  Copy   BIBTEX

Abstract

Een belangrijke en steeds terugkerende vraag in de geschiedenis van het wijsgerig denken met betrekking tot het probleem van het universele en individuele is: hoe is het mogelijk dat in een wereld van individuele dingen gezegd kan worden dat de dingen uniek zijn en nochtans gelijkenis met elkaar vertonen en dus kennelijk niet volstrekt uniek zijn. Hoe kunnen we één en dezelfde eigenschap toeschrijven aan onderscheiden dingen. Of zoals door sommigen bij voorkeur geformuleerd: Hoe kunnen we één en hetzelfde prediceren van vele onderscheiden dingen. Sommigen menen dat dit naast het accepteren van particularia ons noopt te spreken over universalia. Naast het spreken over individuele mensen, paarden, bomen, stenen, rode dingen enz. bestaat er ook iets universeels, zoals mens-zijn, paard-zijn, boom-zijn, steen-zijn, roodheid enz., kortom datgene wat mensen, paarden, bomen, stenen, rode dingen enz. gemeenschappelijk hebben. De realisten zeggen, ondanks alle verschillen, dat universalia niet gereduceerd, niet herleid kunnen worden, tot particularia. De nominalisten aanvaarden, ondanks alle verschillen, alleen individuele dingen in de werkelijkheid, terwijl het universele slechts bestaat in de menselijke geest als woorden of als concepten

Links

PhilArchive



    Upload a copy of this work     Papers currently archived: 93,932

External links

Setup an account with your affiliations in order to access resources via your University's proxy server

Through your library

Analytics

Added to PP
2014-01-21

Downloads
11 (#1,148,327)

6 months
2 (#1,446,987)

Historical graph of downloads
How can I increase my downloads?

Citations of this work

Wet of essentie.C. Ouwendorp - 2002 - Philosophia Reformata 67 (1):19-39.

Add more citations