Abstract
Dat in het rituele gedrag symbolen geen lege vormen zijn die buiten alle werkelijkheid zouden staan, is een uitdaging aan de moderniteit die in natuurwetenschappelijkheid haar hoogste kenniseisen vervuld ziet. In dit artikel nemen we een oud dispuut over de transsubstantiatie of wezensverandering in het ritueel of sacrament van de christelijke avondmaalsviering of eucharistieviering als uitgangspunt. Dit dispuut gaat over de werkelijkheidswaarde van brood en wijn als het lichaam en bloed van Christus. Als we het symbool in zijn oorspronkelijke betekenis van het verbindende nemen en de notie ‘werkelijkheid’ niet uitsluitend aan de criteria van de natuurwetenschappelijkheid onderwerpen, dan kunnen we inzien hoe rituelen, juist omdat ze symboliseren, werkelijkheid op het oog hebben